Hoe een klein vierkantje op haar huid haar hele dag een andere kleur gaf
19 december 2025 

Hoe een klein vierkantje op haar huid haar hele dag een andere kleur gaf

De eerste keer dat ze over superpatches hoorde, rolde ze bijna met haar ogen.

Nóg iets dat beloofde haar leven rustiger, lichter, gefocuster te maken. Alsof er niet al genoeg meditatie-apps, supplementen en snelle hacks rondzwierven in de wereld van drukke vrouwen die op hun tandvlees liepen.

Toch bleef het ergens knagen.

Wat haar intrigeerde, was niet de marketing, maar het principe erachter: een vierkante patch zonder medicijnen, die via een subtiel reliëfpatroon haar zenuwstelsel een ander signaal kon geven. Vibrotactiele stimulatie – aanraking en hele fijne prikkels via de huid, die in het brein iets in beweging zetten. Geen chemisch ingrijpen, maar werken met wat er al is: zenuwen, huid, hersenen.

Ze dacht aan al die vrouwen in haar praktijk.

De vrouw die elke dag wakker werd met het gevoel dat ze al achterliep voor ze haar bed uit was.
De moeder die ’s avonds op de bank zat en geen idee had hoe ze haar eigen batterij nog moest opladen.
De perfectionist die wilde slapen, maar elke nacht opnieuw een vergadering in haar hoofd organiseerde.

Altijd datzelfde overbelaste systeem.
Altijd datzelfde lichaam dat meer wist dan het hoofd wilde toegeven.

Op een avond besloot ze het zelf te proberen.
Niet als wondermiddel, maar als experiment.

Ze had een lange dag achter de rug. Coaching, mails, eigen emoties, kinderen, afspraken. Alles door elkaar. Ze zette thee, dimde de lichten en haalde een patch uit het zakje. Het was stil in huis. Geen prikkelende tv, geen muziek. Alleen het zachte borrelen van de waterkoker en haar eigen adem.

Ze keek even naar dat kleine, onschuldige vierkantje.

“Oké,” zei ze half hardop. “We doen het samen. Jij via mijn huid, ik via mijn keuzes.”

Ze plakte de superpatch op haar arm, onder net onder de mouw van haar t-shirt, omdat ze niet de hele tijd eraan herinnerd wilde worden dat ze “iets” droeg. Het mocht onzichtbaar zijn, net als de meeste processen in haar lichaam.

De rest van de avond deed ze weinig bijzonders.
Ze scrolde niet eindeloos.
Ze beantwoordde geen laatste mailtjes.
Ze lag op de bank, met een boek dat ze al weken wilde lezen maar steeds niet aan toe kwam. Een paar keer voelde ze een soort rustig worden in haar lijf, alsof er vanbinnen een klein lichtknopje een tandje lager werd gedraaid.

Later, in bed, merkte ze iets op wat bijna te simpel was om te benoemen: ze viel gewoon in slaap. Niet na een uur malen. Niet met tien keer draaien, puffen, zuchten. Gewoon… langzaam wegzakken. Alsof haar lichaam het commando “nacht” iets eerder en duidelijker ontvangen had.

De volgende ochtend werd ze wakker.
Niet als herboren, niet als nieuwe mens.
Maar ze merkte dat haar eerste gedachte niet was: “Ik ben kapot.”

Er zat ruimte.
Een kleine, maar voelbare ruimte.

In de dagen erna gebruikte ze de patch bewust op momenten die ze herkende als moeilijk: een vergadering waarin ze normaal gespannen was, een dag met veel prikkels, een avond waarin ze wist dat de neiging groot zou zijn om door te buffelen.

Ze begon te spelen met de betekenissen.

Een superpatch voor meer focus plakte ze op als ze aan iets werkte wat echt belangrijk was, een tekst waarin ze haar hart wilde leggen. Terwijl ze typte, voelde ze soms haar neiging om weer naar haar telefoon te grijpen. Dan ving ze zichzelf op. Haar hand op de plek van de patch, een diepe ademhaling, en de zachte zin: “Ik blijf hier. Bij deze taak. Bij mij.”

Een patch die bedoeld was om haar lijf te ondersteunen bij pijn en spanning zette ze op op dagen dat haar schouders protesteerden. Niet om de signalen te negeren, maar juist om samen te werken: zij paste haar agenda aan en nam pauzes, de patch gaf een subtiele andere toon aan de constante ruis van pijn.

Langzaam veranderde er iets in hoe ze naar zichzelf keek.

Selfcare was niet meer alleen het lijstje van dingen die ze “moest doen om goed voor zichzelf te zorgen”. Het werd een soort innerlijk gesprek: wat zegt mijn lijf, wat doet mijn hoofd, welke hulp durf ik toe te laten? Soms was die hulp een vriendin, soms een wandeling, soms een coachsessie, en soms gewoon dat kleine vierkante pleistertje op haar huid dat haar eraan herinnerde: “Je zenuwstelsel hoeft dit niet in z’n eentje te dragen.”

Tijdens een wandeling met een vriendin vertelde ze over haar ervaringen.

“Dus je gelooft nu heilig in pleisters?” plaagde die.

“Nee,” lachte ze. “Ik geloof heilig in ons zenuwstelsel. En in hoe weinig we daar vaak echt naar luisteren. De superpatch is voor mij geen reddingsboei, maar een extra handje. Alsof je tegen je lijf zegt: ik zie dat je het zwaar hebt, hier is een zacht zetje in de goede richting. En ondertussen blijf ik aan mijn kant doen wat nodig is: grenzen trekken, ademhalen, rust pakken, eerlijk worden.”

“En merk je verschil?” vroeg haar vriendin.

Ze dacht even na.

“Niet elke dag spectaculair,” zei ze. “Maar ik merk dat ik minder vaak pas luister als alles instort. Dat ik eerder voel: ho, nu is het genoeg. En dat ik dan ook echt durf te handelen. Voor mij is dat de grootste winst. De patch is een symbool geworden. Een herinnering dat ik niet hoef te wachten tot mijn lichaam schreeuwt.”

’s Avonds, als ze haar shirt uittrok, keek ze soms even naar haar huid.
Een klein, vierkant afdrukje, verder niets.

Toch was daar iets verschoven.
Niet alleen op haar huid, maar in hoe ze met zichzelf omging.

Ze leefde niet meer in de illusie dat één product haar zou redden.
Ze wist dat echte verandering nog steeds kwam van binnenuit: van andere keuzes, eerlijker zijn, zachter leven. Maar in dat hele proces was dat ene kleine vierkantje op haar lichaam een trouwe metgezel geworden. Een stille reminder:

“Je zenuwstelsel is geen machine die je maar kan blijven opjagen.
Het is een levend systeem.
En jij mag leren hoe je er zacht mee samenwerkt.”

En misschien, dacht ze, terwijl ze haar dekbed over zich heen trok,
is dat wel het grootste cadeau dat zo’n superpatch kan geven: niet dat het alles oplost, maar dat het je uitnodigt om je lichaam eindelijk als bondgenoot te behandelen.

Niet pas als het ziek wordt.
Maar elke dag, in al die kleine, bijna onzichtbare momenten daartussenin. 🌿

Over de schrijver
Reactie plaatsen